Auteur: Maggie Stiefvater
ISBN: 9789048814053
© 2009, 2010 en 2011
Grace doet niets liever dan de wolven in het bos achter haar huis observeren. Ze heeft een bijzondere fascinatie voor de wolf met de amberkleurige ogen - haar wolf. Elk jaar verdwijnt hij bij het aanbreken van de zomer, om pas bij de eerste vorst weer tevoorschijn te komen. Maar dan ontmoet Grace Sam.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Uitgelezen op 8 - 11 - 2024
Meestal lees ik boeken die origineel in de Engelse taal zijn verschenen, het liefst in het Engels. Ik heb het idee dat soms bij de vertaling naar het Nederlands niet de gehele sfeer of onderliggende betekenissen van sommige zinnen/ paragrafen goed doorkomen. Dit keer kwam ik de trilogie in één band heel goedkoop tegen in de Nederlandse vertaling en heb ik me er toch maar aan gewaagd. Als ik op zoek zou gaan naar de Engelstalige versies zou ik een stuk duurder uitkomen. Achteraf denk ik dat ik het toch liever in het Engels had gelezen, maar dat de vertaling absoluut niet slecht was. Ik heb me in ieder geval nergens aan geërgerd en het boek heeft me diep kunnen raken, tot tranen toe.
Het eerste boek van de trilogie in deze band, Huiver, begint met een herinnering van Grace op pagina 9:
“Ik weet nog dat ik in de sneeuw lag, een plekje van rode warmte dat afkoelde, omringd door wolven. Ze likten me, beten me, schudden me door elkaar, verdrongen zich om me heen. Hun opeengepakte lijven blokkeerden de weinige warmte die de zon nog te bieden had.”
Deze herinnering heeft nog veel meer waarde dan in het begin van het verhaal lijkt. Grace is gebeten door weerwolven, maar ze is zelf nooit veranderd. Wel heeft ze ondanks haar herinnering een speciale band ontwikkeld met de wolven. Elk hoofdstuk heeft als koptitel de naam van het karakter vanuit wiens perspectief dat hoofdstuk wordt verteld en de temperatuur. Het eerste hoofdstuk is genaamd: Grace -10° C, het tweede: Sam -10° C, het derde: Grace 3° C en het vierde: Sam 32° C. In het tweede en derde boek beginnen de hoofdstukken nog wel met als koptitel de naam van het personage, maar geen temperatuuraanduiding meer. In het eerste boek is het naar mijn idee voornamelijk om de link tussen temperatuur en de gedaanteverwisseling van de wolven naar mensen en vice versa extra duidelijk te maken. In de twee opeenvolgende boeken hoeft dat niet meer, dan maakt het verhaal het al wel duidelijk genoeg.
Al in hoofdstuk negen vermoedt Grace dat de wolven in het bos geen gewone wolven zijn. In het volgende hoofdstuk waagt Grace haar eigen leven omdat er een jachtpartij het bos ingaat om op de wolven te jagen en ze bang is dat ze haar wolf, de wolf met de amberkleurige ogen, zullen doden. Op dat moment weet Grace nog niet zeker dat de wolf ook een mens is, maar ze vermoedt het wel. Ze weet de jacht te stoppen die avond, maar wanneer ze thuis wordt gebracht en op de veranda staat, wordt haar vermoeden bevestigd.
Pagina 58:
“Ik rook hem al voordat ik hem zag, en mijn hartslag zette onmiddellijk een tandje bij. Mijn wolf. Toen klikte de bewegingsdetector boven de achterdeur en ging de lamp aan, waardoor de veranda werd overspoeld door geel licht. En daar was hij, half zittend, half liggend tegen de glazen schuifdeur.
Mijn adem stokte in mijn keel terwijl ik aarzelend dichterbij kwam. Zijn mooie bontkraag was verdwenen en hij was naakt, maar ik wist dat het mijn wolf was, al voor hij zijn ogen opendeed. Zijn lichtgele ogen, zo vertrouwd, schoten open toen hij me hoorde naderen, maar hij bewoog zich niet. Er zat een rode veeg van zijn oor tot aan zijn wanhopig menselijke schouders - dodelijke strijdkleuren.”
Pagina 61:
“Ik was geen wolf, maar ik was ook nog niet Sam.
Ik was een lekkende baarmoeder, uitpuilend van de belofte van bewuste gedachten: de bevroren bossen ver achter me, het meisje op de autobandschommel, het geluid van vingers op metalen snaren. De toekomst en het verleden, allebei hetzelfde, sneeuw en toen zomer en toen weer sneeuw.
Een gescheurd spinnenweb van vele kleuren, barsten in het ijs, onmetelijk droevig.
‘Sam,’ zei het meisje. ‘Sam.’
Zij was het verleden, heden, toekomst. Ik wilde wel antwoorden, maar ik was gebroken."
Grace weet Sam naar het ziekenhuis te brengen en blijft bij hem tot hij wakker wordt. Vanaf dat moment wordt de band tussen Grace en Sam sterker. Ze weet dat hij wolf is. Hij weet dat zij het meisje is dat in de sneeuw lag, het meisje is dat altijd naar hem kijkt wanneer hij aan de rand van het bos staat. Toen waren ze eigenlijk al met elkaar verbonden, maar nu worden Grace en Sam echt verliefd op elkaar, maar Sam is normaal gesproken enkel mens in de warmere maanden van het jaar. Normaal gesproken, omdat dit jaar anders lijkt te zijn dan andere jaren. Sam denkt dat dit zijn laatste jaar zou zijn geweest als mens, omdat wolven op een gegeven moment geen mensen meer worden. Hij wil nu mens blijven. Zeker nu hij voor het eerst ‘zijn Grace’ heeft ontmoet in zijn menselijke gedaante. De ironie van het feit dat hij mogelijk geen mens meer wordt wanneer hij weer in een wolf verandert, terwijl Grace, ondanks dat ze gebeten is als kind, nooit wolf zal worden.
De eerste paar hoofdstukken draaien volledig om Grace en Sam in hun wisselende perspectieven beschreven. Later in het verhaal komen er steeds meer verhaallijnen bij; die van de wolven in hun menselijke gedaantes zoals Beck, van de vriendinnen van Grace, en van Isabel, die geen vriendin is van Grace maar er langzamerhand wel eentje wordt op haar geheel eigen afstandelijke manier. Het is Isabel die een cruciale rol gaat spelen in het verhaal van Grace en Sam.
Ik vind het een goed uitgewerkt verhaal. De hoofdpersonages worden heel duidelijk beschreven in hun doen, denken en laten, waardoor er steeds meer ruimte komt voor de ontwikkeling van de andere personages die ook steeds belangrijker worden. Het is geen rechtlijnig verhaal, sommige personages blijken heel anders te zijn dan je in eerste instantie vermoed en dat is prettig. Ook is de schrijver niet bang voor de dood van personages, wat juist de emotionele lading van het verhaal versterkt. Het verdriet en de pijn zijn zo voelbaar dat ik persoonlijk er tranen om heb laten vallen, maar ik ben ook wel iemand die snel tot tranen toe geroerd kan worden.
Al met al gaat dit boek bij mij terug in de kast. Wie weet ga ik het ooit nog eens herlezen wanneer het buiten koud is en ik me, met een warme deken en een kop thee op de bank, weer kan verliezen in het verhaal van Grace en Sam, het meisje dat wolf had moeten worden, en de jongen die mens had willen blijven zijn.
Comments