De regen glijdt langs het raam omlaag. De dag is verdrietig.
Troosteloos.
December ademt wolkjes, het is koud.
Er loopt een natte man voorbij, met een natte hond.
Ik staar naar buiten.
In de vochtige waas op de binnenkant van het glas teken ik een kruis:
een grafmonument voor vrolijke gedachten.
Hier in huis is het warm; binnen in mij is het winter,
zonder sneeuwpoppen.
Zonder ijsbaan.
Het kruis huilt. Een traan trekt een spoor door de waas naar beneden, blijft liggen op het
raamkozijn en vermengt zich met het afgestorven
vuil dat daar al even ligt,
huidschilfers
verworden tot stof.
Ik ben, maar het kruis mag niet zijn.
Comments