Ik zie scharrelende waterkanten; de oevers verkennen het land
en strelen lieflijk het gras met natte vingers. Onze sporen
in het zand vergeten de lucht te dragen
van de grauwe hemel die de vorm van mijn wolken afwees.
Blauw adem ik het leven in tussen de witte muren,
waar van achter glas vreemde blikken naar binnen kijken,
meewarig
en met weifelende handen.
Jij speelt onder mijn bed en vouwt spoken in het matras.
Ik lach hardop. Nee,
ik hoef nog niet te slapen. Ik hou van je,
want ik hou van je.
Handafdrukken, bandafdrukken, randafdrukken,
vervagende-voetstappen-in-het-zand-afdrukken,
vlijmscherpe-valse-tandafdrukken;
allemaal op onzichtbaar papier.
Ik schets de waarheid op je belijnde gezicht
en beschrijf in woorden wat ik daarbuiten zie.
Jij praat met me en zet er je kanttekeningen bij.
Wij hebben geen geheimen voor elkaar.
Comments