Ze is er zo moe van. Dat eeuwige gezeik aan haar hoofd. Doe dit. Doe dat niet. Je weet toch wel dat dat slecht voor je is. Dat doe je verkeerd. Dat mag je niet denken. Zo mag je niet praten.
"Fuck you!", zou ze willen roepen. Maar ze balt enkel haar vuisten wanneer ze alleen is. De middelvinger die de 'Fuck you!' perfect zou kunnen begeleiden blijft in de vuist verborgen. Uit het zicht. Ongezien. En ongehoord.
Waarom?
Daarom. Gewoon. Omdat het zo hoort. Omdat ze zo opgevoed is. Netjes, lief, meegaand, volgend. Braaf. Een braaf kind. Een braaf klein kind dat geen eigen mening hoeft te hebben. Een braaf klein kind dat in het gareel dient te worden gehouden. Voor haar eigen veiligheid. Maar die veiligheid is geen veiligheid. Het is schijn. Weerschijn. Een spiegel die gebroken dient te worden. In gruzelementen geslagen. In honderdduizend kleine stukjes.
Ze is geen kind meer maar een volwassene. Het poppegezichtje dat van was is gemaakt vertoont de scheuren van voorbijgegane jaren. Niet enkel glimlachend maar ook met een frons. De touwtjes zijn verstrikt geraakt zodat ze de rol van marionet niet meer feilloos kan opvoeren. De rek is uit de veer.
Het doet haar zeer. Maar ze durft nog niet te springen. De barstjes in de spiegel en de scheurtjes in de was worden opgevuld met tranen. Onzichtbaar en verstild. Tot het moment dat ze besluit te schreeuwen:"Fuck you! Fuck, fuckerdefuck fuck! Fuck you all!"
Met de zichtbare middelvinger erbij natuurlijk. Niet langer lief, maar wel helemaal echt.
Comments